Analyse van de
Altaartheorie van GDR
door Der Kommissar
en Bom
gepost op het speuRRforum op
01-11-2002
Nu al de heisa rond de onthullingen van GDR wat geluwd is, is het goed om
sereen de "altaartheorie" te analyseren. Een eerste element van
analyse zijn de schetsen. In het kort, de opstelling van GDR klopt noch
met de werkelijke schetsen van AG, noch met de logica, noch met goed
vakmanschap. Maar dat betekent daarom nog niet dat het onmogelijk zou zijn dat
Goedertier de RR in de Kerk van Wetteren, achter het altaar, heeft verborgen.
Het maakt het alleen twijfelachtig. Maar men kan andere gegevens onderzoeken.
Nu moet men toegeven: de Sint-Gertrudiskerk op zichzelf is zeker geen gekke
mogelijkheid als bergplaats voor de RR. En het altaar ook niet. Laten we
handelen zoals een goede onderzoeksrechter: we verzamelen de elementen ten
voordele en ten nadele.
ELEMENTEN TEN VOORDELE VAN DE SINT-GERTRUDISKERK
Deze kerk ligt in het midden van
Wetteren, op enkele meters van het huis van Goedertier. Goedertier als goede
katholiek ging daar wellicht bijna dagelijks binnen voor een of andere dienst.
Hij is er jarenlang koster geweest (van 1911 tot 1919) en als dusdanig kent hij
deze kerk zoals zijn binnenzak, alsook de handel en wandel erin. Hij kon
misschien discreet via een zijdeurtje binnen. In al die jaren moet hij haast
zeker ooit eens in bijna alle plaatsjes of hokjes van die kerk geweest zijn.
Hij kon zo opgemerkt hebben dat een van zijn sleutels ergens op een deur (of
deuren) paste (het doksaal, o.a. dat weten we). Het zijn immers binnendeuren,
zeker niet met veiligheidssloten en hij had een bontebaardsleutel. Goedertier
was ook een artiest. Als organist ging hij wel eens het orgel bespelen, zelfs
nadat hij geen koster meer was (na 1919 dus). Organisten doen zoiets doodgewoon
omdat ze er zin in hebben en om wat te oefenen.
Een ander voordeel van deze kerk
is natuurlijk dat ze onder zijn neus ligt. M.a.w. indien de RR door de politie
zouden zijn teruggevonden terwijl hij nog steeds aan het onderhandelen was, zou
hij dit onmiddellijk geweten hebben. Ofwel omdat hij het zou opgemerkt hebben
(de politie die een kerk binnenvalt, dat valt op), of gehoord van kerkgangers,
of van de koster of van deken Gustave Van Ongeval zelf.
De ruimte achter het altaar is
een goede bergplaats. Deze plek wordt nooit gebruikt, er is geen reden voor.
Immers, er zijn twee deurtjes. Als je het eerste opent kom je eerst in een
kleine ruimte waar men wèl een paar spullen bewaarde, zoals kaarsen e.d. Een
tweede kleine deur in die ruimte laat dan toe achter het altaar te komen. Maar
deze ruimte dient eigenlijk tot niets. Het is een ruimte die gewoon overblijft
na het altaar er voor te hebben geplaatst. Anders gezegd, die werd nooit
bezocht: je kunt er niets gaan doen. Het kon alleen maar gebeuren voor
eventuele werken/onderhoud daar (zoals in 1979). Haast nooit, dus. Daarachter
zitten de RR zeker secuur voor wat de bewaringsomstandigheden betreft:
"hoog en droog" als in Sint-Baafs.
Een vraag waar in principe toch
vlug een antwoord op moet komen is "konden de RR daar wel achter
geraken?" Het deurtje was in de tijd van Goedertier kleiner. Aan de hand
van een reconstructie is gebleken dat het antwoord ja is. Nog een argument:
daar zijn de RR terug in het bezit van de Kerk. Weet u nog: "déplacer n'est
pas voler". Dit kan ook verklaren waarom Goedertier nooit is gaan
biechten, ook niet op zijn sterfbed. De RR waren immers reeds terug bij hun
wettige eigenaar, de Kerk. Enfin, dit nog: tot na zijn dood was er geen enkel
element dat de politie op het spoor kon brengen van Goedertier en de kerk van
Wetteren. Dat is pas nadien dat men gaan zoeken is op alle plaatsen die met hem
gelinkt konden worden.
Zou de zaak verlopen zijn
volgens plan, dan zou de Bisschop een briefje gekregen hebben met daarin: ”Monseigneur, comme convenu nous vous
prions de bien vouloir récupérer les Juges Intègres derrière l'autel de
l'église de Wetteren. Agréez, Monseigneur, etc...". En klaar is Kees !
Werden de RR daar gevonden, hoe kon men Goedertier verdenken ? Elke kerkganger
(half Wetteren !), de toenmalige koster, de pastoor, etc, kon het gedaan
hebben. Het zou misschien niet zo anoniem geweest zijn, mocht Goedertier de RR
in het orgel verstopt hebben. De koster en hij zouden dan zeker aan de tand
zijn gevoeld. Maar of men een bewijs zou gevonden hebben...
ELEMENTEN TEN NADELE VAN DE SINT-GERTRUDISKERK
Eerst een misschien wat raar
argument : waarom heeft Goedertier (zogezegd) gemompeld
"bureau...schuifken... Comiteit Mutualiteit...aaargh!" en niet
"Kerk...Wetteren... achter het altaar...aaargh!" of zoiets ? Ten
tweede, het altaar is zowat het focuspunt in een kerk. Een beetje zoals het
scherm in een bioscoop. Iedereen kijkt ernaar. Natuurlijk kan Goedertier
wachten tot er niemand in de kerk is. Meestal is altijd ergens iemand in een
kerk. En Goedertier dan maar wachten tot iedereen weg is, met zijn verpakte RR
(en planken volgens GDR) onder de arm ergens in een hoekje ? Maar kom, het is
niet helemaal onmogelijk. Die ruimte is wellicht niet verlicht. Dus moest hij
ofwel het licht aansteken of licht maken met een lamp of kaars. Natuurlijk
duurt dat maar enkele seconden en dan doet hij de deur achter zich dicht. Maar
volgens GDR moet hij daar geraken met de RR EN alle panelen nodig voor zijn
constructie. Dit is onmogelijk om in één keer te doen. Hij moest dus de planken
(in één of twee keren ?) en pas dan de RR brengen. Dat de RR er zonder te veel
moeite door konden is via een reconstructie aangetoond, maar al zijn planken
erdoor krijgen lijkt me een andere zaak !
En dan nadien zijn gereedschap. Hij moest dan zijn fameuze constructie maken.
Timmeren? Vijzen? Zonder lawaai. Met zijn slecht zicht. En dan eruit komen
zonder gezien te worden. Als men dan even logisch is, dan moet het toch
opvallen: "waarom het zo ingewikkeld maken"? En nu verandert een
argument VOOR het altaar eigenlijk in een argument TEGEN. Inderdaad, zoals
gezegd, die ruimte achter het altaar was op zichzelf een haast 100% secure
bergplaats. Waarom dan nog al dat gedoe met die planken? Het verhoogt alleen
maar het gevaar om op te vallen! Think simple again en zet u in de plaats van
Goedertier. Vergeet niet: het moest in enkele weken afgelopen zijn. Zijn plan
kon niet falen. Indien Goedertier inderdaad de ruimte achter het altaar gekozen
heeft, dan zou hij gewoon de RR, goed verpakt in een bruin papier en/of zwarte
toilet cirée (die hij reeds had) wellicht met een mooi wit koordje errond
discreet gaan neerzetten achter het altaar. De kans dat iemand daarachter zou
gaan kijken was zo goed als onbestaande. Anderzijds, mocht dan daar toch iemand
gaan kijken en die iemand valt dan op zijn houten constructie, dan zou dit maar
pas opvallen!
Ook dit nog: indien de RR daar
waren achter de constructie van GDR, en ze er nu niet meer zijn, dan heeft
iemand ze weggenomen. Mooi, maar dan heeft die iemand ook de houten constructie
weggenomen, want die is er ook niet meer! Heel onlogisch! Er discreet
uitgeraken met de RR is al niet evident, maar dan nog met die hele boel...
Trouwens, waarom die planken wegnemen ? Het heeft geen zin! Ja maar, zegt GDR,
er zijn maten van 183 cm teruggevonden (de afstanden van beide muren, links en
rechts van een gat). Maar uit het rapport is duidelijk dat die afstand niet
gelijk was. Zie maar de foto uit De Morgen van 5 oktober 2002.
De randen van het gat zijn
onregelmatig. Men kan daar wellicht ook (zeg maar) 185 of 181 cm in terugvinden
wanneer men op meerdere plaatsen meet. Volgens GDR is hij eens achter het
altaar gaan kijken. Maar moest hij daar de constructie gezien hebben zoals hij
voorstelt, dan moet hij dat onmiddellijk gezien hebben! Waarom zag hij dat
niet? Anderen zijn daar achterook gaan kijken. Koehn doorzocht de kerk op 27
juli 1942 (zie DLG/1994/3 p. 292). Hij was niet alleen : commissaris
Luysterborgh, Aerens, drie arbeiders (en bijna zeker Van Ongeval) waren er bij.
Even citaat: "Ze doorzochten kelders, HOOFDALTAAR, sacristie... Ook de ruimten
onder en ACHTER DE ALTAREN werden niet verwaarloosd". Natuurlijk, dit was
8 jaar nà de feiten. En nu is de politie er dus ook gaan kijken op 4 oktober
2002. Niets gevonden. Ook geen sporen. Want indien die houten constructie er
ooit is geweest, zelfs indien de planken dan toch verwijderd werden, dan nog
moet men sporen vinden : gaatjes van nagels of vijzen e.d. Nothing. Nichts.
Uiteindelijk, een volgens mij definitief anti-argument. Goedertier (en niemand
anders ook) kon de RR niet meer terugnemen, zonder de publieke aandacht te
trekken. Denk even na: wat is er veranderd in 1934 aan de Sint-Gertrudiskerk
dat het Goedertier onmogelijk maakte de RR terug te nemen? Niets! Kon hij ze
ongezien achter het altaar geplaatst hebben (met of zonder houten constructie erbij)
dan kon hij ze daar even goed en even discreet gaan terugnemen! Maar hij deed
het niet. Omdat de RR daar niet berustten.
Der Kommissar en Bom