Eric Bracke
1998-12-08
De Morgen

Duistere logica in grondplan 'Lam Gods'

Peter Voorn meent de logica in het grondplan van het altaarstuk Het Lam Gods te hebben ontdekt. Volgens hem had ook Arseen Goedertier, die in 1934 het paneel van de Rechtvaardige Rechters ontvreemdde, het raadsel opgelost. 'Als Goedertier beweerde dat het verdwenen paneel van de Rechtvaardige Rechters in de Sint-Baafskathedraal moet worden gezocht, bedoelt hij dat de sleutel in het schilderij zelf zit.' De Nederlander beweert dat hij weet waar het paneel verstopt is.

Peter Voorn schrijft aan een boek waarin Hubert van Eyck wordt geïdentificeerd als de Zwitserse schilder Hans Krutli. Deze mysterieuze kunstenaar zou Het Lam Gods beginnen schilderen zijn in Konstanz. Onder druk van de Hussietenoorlog, die uitbrak nadat de hervormer Jan Hus op het concilie van Konstanz werd verbrand, zou Krutli het altaarstuk omstreeks 1419-1420 met paard en kar naar Gent hebben vervoerd. Daar zou hij dezelfde naam als zijn kunstbroeder Jan hebben aangenomen. Volgens Voorn is de onderliggende thematiek van Het Lam Gods te herleiden tot het concilie van Konstanz (1414-1418), dat een einde wilde stellen aan het Westers Schisma (zie DM van gisteren).

De krachtlijnen van de composities in Het Lam Gods zouden worden bepaald door allerlei betekenisvolle tekens en symbolen. Volgens Voorn vormen de bepalende assen in de compositie van het centrale paneel met het Lam Gods een chiroteken. Het chiroteken, dat bestaat uit twee kruisende diagonalen met door het snijpunt een verticale, sierde de vaandels van de troepen van Constantinopel. Voorn ontwaart in de compositie voorts nog door het kabbalistische denken beïnvloede schema's zoals de levensboom. Dat de schilder ook de joods-Arabische literatuur kende, kan worden afgeleid uit de afbeelding van onder anderen de 11de-eeuwse filosoof Gabirol op het middenpaneel. Verschillende van diens gedichten hebben een plaats in de joodse liturgie. Het in het Arabisch verschenen Fons vitae (Bron des levens) van Gabirol oefende grote invloed uit op de franciscaanse scholastiek. In het boek wordt een soort pantheïsme verkondigd dat teruggaat op aristotelische en neoplatonische denkbeelden. Voorn gaat ervan uit dat de joods-Arabische overlevering een belangrijke rol speelde in het concipiëren van het altaarstuk. Dus kan het personage op de troon onmogelijk God zijn, daar het afbeelden van God voor Arabieren en joden heiligschennis was. Het personage op de troon zou een soort ultieme rechter zijn, een metaforisch personage in de trant van Vrouwe Justitia. Voorn laat het achterste van zijn tong niet zien, maar verwijst naar de geschriften van de middeleeuwse theoloog Thomas van Aquino.

Toch situeert Voorn Het Lam Gods kunsthistorisch in het verlengde van de Majestas Domini. Dat is een voorstellingswijze van Christus op een troon, omgeven door de 24 oudsten uit het visioen van Johannes. Christus heft de rechterhand daarbij in een zegenend gebaar en houdt in de linker een opengeslagen boek, een aardbol of, zoals op Het Lam Gods, een scepter. Voorn wijst in dit verband ook op invloeden van vroege Italiaanse schilders, bijvoorbeeld Duccio's Maesta in Sienna.

Belangrijker om het gestolen paneel op te sporen, gaf Voorn na enig aandringen toe, zouden de bovenste zeven panelen van Het Lam Gods zijn. Volgens Voorn stellen de panelen de zeven vrije kunsten of Artes Liberales voor. Dat is de verzamelnaam waarmee sinds de oudheid een reeks profane wetenschappen wordt aangeduid, die onontbeerlijk werden geacht voor de educatie van de ontwikkelde mens. Ook Augustinus nam in zijn werken de zeven vrije kunsten over. De veronderstelling dat Hubert van Eyck op de bovenpanelen de zeven vrije kunsten heeft afgebeeld, is niet voor de hand liggend. In elk geval wijkt de voorstellingswijze op Het Lam Gods af van de conventie in de beeldende kunst om de Artes Liberales als vrouwen of als geleerden uit de oudheid voor te stellen. Voor Adam heeft volgens Voorn de kroniekschrijver van het concilie in Konstanz, Ulrich Richental, model gestaan. Hoewel de personificatie van de Retorica meestal een schrijftablet en schrijfgerei vasthoudt, heeft 'Adam Richental' alleen een vijgenblad in zijn hand. Dat de zingende engelen op het tweede bovenpaneel de Musica uitbeelden is aannemelijk. Daarnaast hebben we Maria - Maria van Anjou zou model hebben gestaan. Zij zou verwijzen naar de Astronomia, want, zo zegt Peter Voorn, "men spreekt toch van Maria van de sterren." Het personage op de troo (niet God dus), personifieert de Geometrica. In plaats van de gebruikelijke passer heeft hij een scepter in de hand. Johannes de Doper, in wie Voorn Richard II van Engeland herkent, staat voor de Dialectica, of de vaardigheid om discussies te voeren. De musicerende engelen op het paneel ernaast zouden dan voor de Arithmetica of rekenkunde staan. Eva ten slotte, voor wie volgens Voorn vermoedelijk de vrouw van Richental, Anna Eggelin, model stond, is de verbeelding van de Grammatica of de spreekkunst. De argumentatie daarvoor klinkt nogal zwak: "Ze staat boven het paneel met de Italianen en die zijn goed in kletsen. Vrouwen zijn op zich ook al mondeling vaardig", aldus Voorn.

Meer wil Peter Voorn niet kwijt over de sleutel die verborgen zit in het grondplan. Gesteld dat Arseen Goedertier, de Wetterse koster-wisselagent die in 1934 de diefstal van het paneel van de Rechtvaardige Rechter pleegde, tot dezelfde inzichten als Voorn kwam, dan blijft het de vraag of hij zijn scenario daarop afstelde. Als dat zo is, moeten we misschien met zijn allen in de Boekentoren van de Gentse Universiteit gaan zoeken. Het paneel van de Rechtvaardige Rechters zit immers onder de Retorica, die conventioneel, maar niet in dit geval, met schrijfgereedschap wordt voorgesteld. Bovendien waren de werken aan de nieuwe bibliotheek ten tijde van de diefstal net begonnen. Als we Voorn mogen geloven zit het paneel "achter een muur". En waar stond de afkorting D.U.A. op de brieven van Goedertier dan voor? "Deutschland über Alles, natuurlijk", zegt Voorn bij het afscheid.

 
     
     
     
     
   
 
ErDaSys (c) 2004